Main content

‘Kolkende Marshyangdi’

– Reisverslag Nepal: Trekking langs guesthouses –    

Ik doe m’n ogen dicht en concentreer me op één geluid. Ik ben aan zee. De golven slaan steeds om. Het is aangenaam warm. Niet te warm. Maar precies goed. Ik focus me op nog een geluid. Tjirpende krekels. Overal en continue. Dan hoor ik vogels die proberen boven de krekels uit te komen. En verder hoor ik niets.

Ik zit op de punt van een rots en open m’n ogen langzaam. Ik kijk de diepte in naar de kolkende Marshyangdi rivier die het gebergte in tweeën splijt. Aan beide kanten zie je kleine dorpjes hoog tegen de steile bergen. Eronder zijn eindeloze terrassen vol fel groene gewassen klaar voor de oogst. Tussen de begroeiing door slingeren de paden waarover we lopen.

Floor Veegens

De adempauze is voorbij. We wandelen verder. Blij dat ik vandaag weer fit ben. M’n gedachten gaan kort terug naar gisteren. Het was prachtig, maar af en toe moest ik mezelf voortslepen en kon ik me niet voorstellen hoe ik dit twee weken vol zou houden. Na de lunch viel ik bijna in slaap met m’n hoofd op de tafel. Maar een gedegen nacht slapen in de berglucht heeft echt goed gedaan.

Ons Guesthouse lag op 1.200 meter. De kamers werden gescheiden door een wand van golfplaat. Er staan alleen bedden in de kamers. Maar als je uit het raam kijkt maakt het allemaal niets meer uit; we kijken uit over de Marsyangdi Vallei!

De sfeer is bijzonder; er zijn mensen op terugreis. Ze zullen hun trekking niet afgemaakt hebben; Thorong La is nog dicht. En er zijn mensen net als wij net begonnen zijn. Vol vertrouwen uitkijkend naar de tocht die voor hen ligt.

Als we onderweg zijn komen we een paar groepjes en hun porters tegen, maar we zien voornamelijk Taman en Gurung bergstammen. Vrouwen met de banden van volle manden over hun hoofd. Stellen die hun koeien of geiten uit wandelen nemen. Kinderen onderweg naar school. Of een meisje dat in de schaduw uitrust als ze te voet onderweg is naar haar tante met een dorstige haan in een plastic Winnie the Pooh tas. We lopen door dorpjes waar koeien worden gemolken. Gekleurde noodles worden gemaakt. Een meisje op haar hurken de afwas doet. Kippen in hun ren worden gejaagd en kinderen in hun blote billen buiten spelen.

Onderweg stoppen we bij theehuizen waar we vriendelijk ontvangen worden terwijl we in de schaduw op adem komen. We lunchen in de dorpjes waar we doorheen wandelen. Meestal Dal Bhat. Rijst met een linzensoep aangevuld met onder andere groentencurry en pickles. Altijd vers bereid. De gids en soms ook de porters helpen bij de bereiding van ons eten en bij de bediening. En dan te bedenken dat de porters twee rugzakken de man dragen. Als ik ze zie word ik vervuld met een groot schuldgevoel. De wetenschap dat porter geen verkeerd beroep is verzacht het een beetje.

 

Nog een paar uur en dan lopen we weer verder!

– Reisverslag Nepal: Trekking langs guesthouses –