Main content

‘Weg uit het paradijs, een terugblik’

– Pelgrimstocht naar de heilige meren van Gosaikunde –    

Perhaps my best years are gone now, but I wouldn’t want them back not with the fire that’s burn with in me now. Iers dichter.

Inleiding.

Ik ben iemand die het nodig heeft om te schuilen onder de paraplu van een concept, visie of verhaal. Een concept geeft richting – vaak onbewust – aan mijn denken en handelen. Dat ‘de mens – ten diepste – een nietig wezen is’ was zo’n concept. Daarmee diskwalificeerde ik ook mijzelf tot ‘nietig’. Na Santiago en Nepal was de tijd is de tijd rijp om dat concept te herzien. 

Ik voel het schrijven van dit stuk als een omslag in mijn leven. Het is alsof puzzelstukjes – nu ook gevoelsmatig – een passend geheel zijn gaan vormen. Er is iets van mij afgevallen. Ik voel mij dankbaar en bevrijd. Eindelijk ! Niet onbelangrijk: dromen – boodschappers uit mijn onbewuste – hebben mij bevestigd dat het – voor mij – allemaal echt waar is! Welke gedragsverandering dit zal opleveren zie ik nog wel. Ik voel mij ieder geval minder bang en wanneer ik bang ben dan zal ik die angst in de ogen zien.

Dit schrijven is een samenvatting van ‘Weg uit het paradijs; een pelgrimstocht’, een artikel een dat ik de afgelopen weken op papier heb gezet. Door het delen van dit stuk met anderen, breng ik het – als een pas geboren kind – de wereld in. 

Samenvatting.

Het paradijs is de ultieme comfortzone waar de mens geen kennis had van goed en kwaad en dus geen verantwoordelijkheid behoefde te dragen voor zijn daden. Uit dat paradijs zijn wij verdreven. Gelukkig, en maar goed ook.

Genesis bevat schitterende verhalen over de zoektocht van het Joodse volk naar fundamentele vragen van het bestaan: hoe zijn wij, hoe is de wereld ontstaan?; wat is goed en wat is kwaad ?; hoe en waarom is het kwaad en het lijden ontstaan?; hoe gaan wij met onze mede-mensen om? Een verhaal behoeft niet echt te zijn gebeurd om diepe waarheid te bevatten.

Mijn artikel begint met het vertrek uit de comfort zone van je paradijs. In mijn geval: op weg gaan naar Santiago en Nepal – om het leven, mijn leven, aan te gaan: omgaan met verantwoordelijkheid, grenzen, onvolkomenheden, onmacht, dualiteiten, angsten etc. Daarmee is de navelstreng die mij met mijn moeder verbond, definitief doorgesneden.

Waardig mijn eigen autoriteit zijn: met mededogen mijn grenzen trekken/verlegen met respect voor anderen en voor mijzelf. Moet niet een ieder zich aan autoriteiten in zijn leven ontworstelen om uiteindelijk zelf zijn piketpaaltjes te slaan? 

Heel zijn; een man uit een stuk; iemand op wie de ander – en ook ik zelf – kan rekenen; verantwoordelijk. Ik ben niet langer een nietig, onvolkomen hoopje niemendal, maar geschapen naar Gods beeld en gelijkenis en in potentie ‘als god’. God zal ik niet worden, maar ik weet mij uitgenodigd om te blijven streven. Van die uitnodiging zal ik gebruik blijven maken.

Fons Janssen

Leven is: a. In het water worden gegooid. b. Je vastklampen aan een paal. c. Levenslang bang zijn dat die paal het begeeft.

Dat is althans de mening van de cabaretier Fons Jansen. Die mening is overtrokken, maar bevat wel degelijk een kern van waarheid. Het leven kan een feest zijn en mijn beker kan overvloeien maar dat neemt niet weg dat angst m.i. de belangrijkste emotie is. Zonder angst zouden wij als soort niet hebben kunnen overleven.

Angst kan een waardevol signaal zijn. Je vastklampen aan een paal of reddingsboei is wel zo verstandig wanneer ik dreig te verdrinken in de chaos van het leven.

‘Wanneer niets zeker is, dan is er nog van alles mogelijk’

Beide uitspraken gaan over ‘niets zeker weten’. Deze uitspraak vind ik verrassend en maakt mij blij. Iets wat angst opriep – niets zeker weten – wordt omgeturnd tot een hoopvol perspectief: er is van alles mogelijk. Het nodigt uit om zekerheden los te laten. Dat omturnen gebeurt met taal, met woorden. De theoloog Kuitert zegt daar over: ‘Vluchtig, dat woord, niet te grijpen, en toch: kijk wat een macht het heeft ! Mensen scheppen er werelden mee waarin kan worden geleefd, werelden ontrukt aan de chaos.’. De apostel Johannes geeft het woord een goddelijke betekenis: “In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.’’ Ook de mens – ook ik – beschik – als god – over het woord !

Wederom laat ik eerder genoemde Fons Jansen aan het woord :

‘Als ik zeker weet dat er geen zekerheden zijn, heb ik daarin al een begin van zekerheid, een ankerplaats. Want als dat waar is dan zijn mijn angsten terecht. Heb ik aan mijn angsten meer vastigheden dan aan de oude schrijnzekerheden.’

De man die in het water geworpen is staat voor de keus om zich te blijven vastklampen aan zijn paal of los te laten om zich over te geven aan het beangstigende water. Een overgave in het vertrouwen dat het water hem zal dragen en zwemmen kunst is die hij kan leren en waaraan hij veel plezier zal beleven.

Ik was die man. Mijn paal heb ik losgelaten; mijn vleugels uitgeslagen.

Ik ben een pelgrim; op weg gegaan. Mijn huis is een herberg.

Mijn missie is : Open staan naar de wereld.

Loslaten.

De bijbel verhaalt op talrijke plaatsen over ‘loslaten’ (= een grens trekken) een bezigheid waar ik erg veel moeite mee heb/had) o.a.

Adam en Eva moesten hun gehoorzaamheid aan God loslaten om te worden als God. Zij moesten het paradijs loslaten en op weg gaan om het ‘gewone leven’ aan te gaan.
De man zal zijn vader en moeder moeten loslaten om één te kunnen worden met zijn vrouw. Let it be.

Stil zijn,

Ontspannen. Diep adem halen.

Beseffen dat ik er mag zijn.

Loslaten en overgeven.

Ruimte. Een soort nis in mijzelf.

Open om te ontvangen.

 

Ron 21-5-2015.

– Pelgrimstocht naar de heilige meren van Gosaikunde –